hallucinaties: te kust en te keur
TRANSCRIPT
Tijdschrift voor Neuropsychiatrie en Gedragsneurologie – nr 2 – juli 2013 65
ties bij parkinsonpatiënten, bij mensen met migraine of epilepsie en bij ouderen met visus-stoornissen die leiden aan het syndroom van Charles Bonnet, tot aan de fantoomervaringen na amputaties. Daartussendoor komen nog diverse andere condities aan de orde. Zo beschrijft Sacks de hallucinaties bij drugs- en alcoholgebruik en de beelden die optreden ‘op de drempel van de slaap’ of bij narcolepsie. Een apart verhaal vormen de ‘geesten’ van overlede-nen die zich openbaren aan rouwende familiele-den. Sacks is een boeiend verteller en daarbij spelen meerdere factoren een rol. Hij staat open voor niet-alledaagse verschijnselen, zoals bovenge-noemde ‘geesten’ die gezien worden door rou-
wende familieleden. Hij neemt deze mensen serieus. Hij vertelt over wat in de literatuur door en over individuele patiënten is beschreven, maar put ook uit een grote verzameling brieven van patiënten, die hem hun belevenis-sen hebben toevertrouwd. Ook zijn eigen ervaringen komen aan bod. Zo beschrijft hij uitvoerig zijn eigen experimenten met geestver-ruimende middelen aan het begin van zijn medische carrière; weten-schappers deden dat in de begin-tijd van de psychofarmacologie. Maak ook vertelt hij over het ‘vreemde’ been in zijn eigen bed, nadat pezen en zenuwbanen waren beschadigd na een val bij het berg-beklimmen. Er komen veel patiëntbeschrijvin-gen voor in de hoofdstukken, maar tussendoor geeft Sacks de nodige achtergrondinformatie, inclusief de relevante wetenschappelijke
Oliver Sacks is inmiddels 80 jaar maar still going strong. Hij is waarschijnlijk de meest gelezen gedragsneuroloog en al zijn boe-ken zijn bestsellers geworden.
Zijn nieuwste boek, Hallucinaties, past naadloos in dit rijtje en is opnieuw een echte Sacks van hoge kwaliteit. Ik zal proberen toe te lichten waarom ik mijn waardering niet tot de slotalinea kon bewaren.Het boek gaat, zoals de titel duidelijk maakt, over hallucinaties – in het meervoud dus. Sommigen associëren hallucinaties direct met schizofrenie en Sacks beschrijft ook het beroemde onderzoek van Rosenhan.1 Deze stuurde gezonde pseu-dopatiënten, die niets anders meldden dan dat ze stemmen hoorden, naar psychia-ters, die deze mensen vervolgens schizofreen verklaarden en lieten opnemen. Eenmaal opgenomen gingen deze pseudopatiënten zich weer normaal gedragen, maar het lukte ze niet of nauwelijks om uit de inrichting ontslagen te worden. Maar hallucinaties worden niet alleen gezien bij schizofrenie. Onze wereld en onze geest zitten inge-wikkelder in elkaar. Er is vol-doende bewijsmateriaal dat hallu-cinaties ook ervaren kunnen worden door mensen die in alle opzichten gezond zijn. Ze praten er vaak niet over omdat ze denken dat iedereen ze ervaart of omdat ze bang zijn voor gek te worden ver-sleten. Kortom, er zijn hallucina-ties en hallucinaties. Sacks bespreekt in de vijftien hoofdstuk-ken allerlei soorten hallucinaties, die optreden bij diverse ziektebeel-den. Dat varieert van de hallucina-
recensie
Hallucinaties: te kust en te keur
Paul Eling
Oliver Sacks, Hallucinaties
Vert. van Hallucinations. new York:
Knopf, 2012Uitgever
Amsterdam: De Bezige Bij, 2012
Aantal pagina’s346
ISBN9789023471424
66 Tijdschrift voor Neuropsychiatrie en Gedragsneurologie – nr 2 – juli 2013
literatuur. Daarbij maakt hij goed gebruik maken van zijn enorme ervaring als neuroloog; hij kent de patiënten, de vele ziektebeelden en het zenuwstelsel. Hij maakt ook veel en dankbaar gebruik van het werk van de Nederlandse psychi-ater Jan Dirk Blom, die een prachtig encyclope-disch werk over hallucinaties heeft gemaakt.2
Het enige minpunt dat ik in het boek kan ont-dekken, is dat Sacks te veel in de rol van arts blijft. Hij beschrijft hallucinaties in maten en soorten, van uiterst simpel (kleuren, flitsen, stre-pen) tot zeer complex (objecten, gebeurtenis-sen). Soms beperkt de hallucinatie zich tot bepaalde plaatsen in het visuele veld, zodat de persoon er als het ware doorheen kan kijken. Soms is de patiënt zich er van bewust dat zijn brein hem iets voorspiegelt, soms ook niet. Maar al die verschillende vormen overziend, rijst bij mij de vraag: waarom noemen we dit allemaal hallucinaties, wat is het theoretische kader waar-binnen die ogenschijnlijk zo verschillende feno-menen met hetzelfde begrip worden aangeduid? En dan mis ik een slothoofdstuk waarin Sacks een poging doet om uit te leggen hoe die enorme
caleidoscoop aan hallucinaties kan ontstaan. Sacks waagt zich niet aan een alomvattende ver-klaring van wat hij in die vijftien hoofdstukken heeft beschreven. Het zou natuurlijk vooral spe-culatie zijn geweest, want nog niemand heeft kunnen uitleggen hoe die variëteiten nu precies ontstaan, samenhangen en toch ook weer verschil-len. Toch zou het de moeite waard zijn. Hoe dan ook, met zijn prachtige, gedetailleerde beschrijvin-gen heeft Sacks het probleem mooi in kaart gebracht. Wie zich vooral wil verwonderen over deze niet-alledaagse verschijnselen of vooral geïn-teresseerd is in de verhalen van Sacks, zal zo’n laatste, theoretische hoofdstuk niet missen. Wat mij betreft, ondanks het gemis aan een theoretisch kader is het een boek waarvan ik gesmuld heb.
Literatuur
1 Blom JD. A dictionary of hallucinations. Springer:
New York 2010.
2 Rosenhan DL. On being sane in insane places.
Science 1973;179:250-8.
recensie
Eerder starten van natalizumab blijkt nuttig
Het is mogelijk om op meer accurate wijze patiënten met
multiple sclerose (MS), bij wie een maximaal effect van een
behandeling met natalizumab mogelijk is, te identificeren. Bij
bepaalde patiënten zou een vroegtijdige behandeling met
natalizumab kunnen worden overwogen. Dat is naar voren
gekomen uit een recent prospectief onderzoek, dat mede
door Biogen idec werd gesponsord.
in deze italiaanse post-marketing, prospectieve open-la-
bel studie van Prosperini et al. zijn bij 210 patiënten met
relapsing-remitting MS (gemiddelde leeftijd van 34,8 jaar
en ziekteduur van acht jaar) enkele voorspellende factoren
voor een respons op natalizumab in kaart gebracht. na een
follow-upduur van twee jaar hadden 57,1%, 17,1% en 25,8%
van de deelnemers respectievelijk een volledige, partiële of
matige respons. Patiënten die maximaal twee relapses door-
maakten gedurende het jaar voorafgaand aan het starten van
de behandeling, hadden een aanzienlijk grotere kans op een
volledige respons (Or = 3,68; p = 0,002). Een vergelijkbare
tendens werd gevonden bij degenen met een matige ziek-
te-ernst (EDSS-score van < 3,0) bij aanvang (Or = 3,60;
p < 0,001). Deze effecten bleven bestaan na exclusie van de
twintig patiënten die anti-natalizumab antistoffen ontwikkelden.
Conclusies
Deze bevindingen wijzen erop dat natalizumab kan leiden tot
een complete remissie van MS, indien deze behandeling tijdig
wordt gestart, d.w.z. bij patiënten met een minder agressieve
ziekte na het falen op een eerstelijnsbehandeling. Bij het falen
op een eerstelijnsbehandeling zou kunnen overwogen wor-
den om sneller te switchen naar natalizumab. De identificatie
van voorspellende factoren voor een gunstige respons op
natalizumab kunnen behulpzaam zijn bij deze keuze.
Bron: Prosperini l, Giannì C, Barletta V et al. Predictors of
freedom from disease activity in natalizumab treated-
patients with multiple sclerosis. j neurol Sci 2012;323:104-12.
Daniël Dresden
Ingezonden mededeling, buiten verantwoordelijkheid van de
redactie.
ingezonden